2.1 Leerwegen in het vmbo

Het VMBO staat voor Voorbereidend Middelbaar Beroepsonderwijs. Dat betekent dat het VMBO voorbereidt en laat oriënteren op allerlei soorten werk en beroepen én op de opleidingen die daarbij horen. Voorbereiding en oriëntatie zijn dus de belangrijkste functies van het VMBO. Op het VMBO is daarom ruimte voor praktijklessen en zogenoemde beroepsgerichte programma’s. Maar op het VMBO worden ook de gewone theorievakken gegeven, zoals Engels, Nederlands, wiskunde en biologie. Net als op het HAVO en het VWO.

De drie leerwegen in het VMBO
Een leerweg in het VMBO geeft een bepaald niveau en een bepaald soort programma aan: van heel praktisch tot vooral theoretisch. Er zijn 3 leerwegen in het VMBO:

Basisberoepsgerichte leerweg (BB)
De basisberoepsgerichte leerweg is een praktische opleiding en bereidt leerlingen voor op niveau 2- opleidingen van het MBO (Middelbaar Beroepsonderwijs).

Kaderberoepsgerichte leerweg (KB)
De kaderberoepsgerichte leerweg richt zich ook voornamelijk op de praktijk en bereidt leerlingen in principe voor op de vak- en middenkaderopleidingen niveau 3 van het MBO.

Gemengde leerweg (GL)
De gemengde leerweg is qua niveau identiek aan de theoretische leerweg en bereidt leerlingen voor op de vak- en middenkaderopleidingen op niveau 3 of 4 van het MBO.

Naast deze 3 leerwegen biedt Stad College nog twee extra mogelijkheden aan.
* Is een leerling goed in een of meerdere vakken dan is het mogelijk deze vakken op een hoger niveau dan de andere vakken te volgen. Dit hogere niveau is later zichtbaar op de cijferlijst van het behaalde diploma.
* Bij de Gemengde Leerweg bieden we naast de 5 theorievakken en het praktijkvak, een extra theorievak aan. Hierdoor ontstaat de mogelijkheid om aan het einde van de 4e klas, dus vlak voor het Centraal Examen, afhankelijk van de behaalde resultaten, nog te kiezen tussen GL, TL of GL+

2.2 Stad College heeft een Vakhavo

Sinds enkele jaren heeft Stad College naast het VMBO een onderbouw (leerjaar 1 t/m 3) van het HAVO. Tijdens de eerste twee leerjaren combineren we deze HAVO klas met de GL opleiding. Door deze tweejarige GL/HAVO brugperiode aan te bieden geeft Stad College extra kansen aan twee soorten leerlingen:

2.2.1
Leerlingen met een TL advies krijgen een extra kans om zich alsnog te bewijzen en alsnog een HAVO opleiding te volgen. Deze kans wordt geboden doordat we in het 1e en 2e leerjaar uit een gemengde GL/HAVO klas gaan werken.

2.2.2
Ook op het HAVO niveau zitten leerlingen met een praktische belangstelling, met een leerstijl die het beste werkt als theorie en praktijk met elkaar verbonden worden.

2.2.3
Voor deze leerlingen is Stad College gestart met een vak HAVO. Dit is een opleiding die de positieve kanten van het Vakcollege combineert met het hogere opleidingsniveau dat aansluit op het HBO.

Vanaf schooljaar 2025 – 2026 gaat Stad College het HAVO aanbod uitbreiden met twee bovenbouw profielen, Natuur & Gezondheid en Natuur & Techniek.

2.3 Stad College is een Vakcollege

Een Vakcollege is een leerroute binnen het VMBO die rechtstreeks toeleidt tot een vakopleiding in het MBO met veel aandacht voor de praktijk. Het bedrijfsleven wordt nauw betrokken bij de vormgeving van het praktijkgedeelte en de afstemming daarvan op de èchte praktijk. Op Stad College kan uw kind in drie afdelingen (Techniek, MVI en Z&W; voor toelichting: zie hierna) zijn of haar praktische talent verder ontwikkelen. Vanaf de 1e klas staan er veel beroepsgerichte praktijklessen, bedrijfsbezoeken, gastlessen en stages op het programma, zodat uw kind zich breed kan oriënteren op de mogelijkheden van de verschillende afdelingen en beroepssectoren.
Voor onze HAVO afdeling geldt hetzelfde maar dan met aansluiting op het HBO.
Voor het HAVO wordt de komende periode eenzelfde verbinding opgebouwd voor de hogere leerjaren. In het eerste jaar kan uw zoon of dochter ontdekken waar hij of zij talent voor heeft en welk beroep daar eventueel bij zou passen. Daarna lopen de leerlingen een zogenaamde snuffelstage en kiezen ze volledig voor een afdeling die bij hen past en die een goede kans op werk biedt.
Waar mogelijk worden er al lessen gegeven door leraren van het MBO op Stad College of op het MBO zelf. Op deze manier wordt de overgang naar het MBO, na het behalen van het VMBO-diploma, haast naadloos voorbereid. De samenwerking met het MBO zorgt voor weinig overlap in de lesstof, waardoor het onderwijs spannend en uitdagend blijft en voortijdig schoolverlaten tot een minimum beperkt blijft.

Leerlingen die naar een Vakcollege gaan, blijken door de vele praktijklessen bijzonder gemotiveerd te zijn en met veel plezier naar school te gaan. Ouders kiezen daarom graag voor een Vakcollege omdat grote motivatie ook zorgt voor goede schoolprestaties.

Met een opleiding op Stad College heeft uw kind een goede kans op een baan. In de sectoren Techniek en Zorg & Welzijn is veel vraag naar goed geschoolde vakmensen. Daarnaast wordt de kans op een baan vergroot omdat Stad College het opleidingsaanbod afstemt op de vraag naar personeel vanuit de regio Almere.
Deze voor Almere unieke en succesvolle manier van werken die met de term Vakcollege aangegeven wordt, leidt uiteindelijk tot een VMBO-diploma.

2.4 De vakrichtingen (leerroutes)

Omdat veel jongeren graag leren door praktisch bezig te zijn, ligt bij het Vakcollege de nadruk op het leren door doen. Ons onderwijs is opgedeeld in drie hoofdstromingen: Techniek, Media Vormgeving & ICT en Zorg & Welzijn.

Techniek : Sinds schooljaar 2022-2023 gaan we op Stad College de overstap maken van een vrij hard technisch aanbod naar een bredere en flexibeler technische opleiding. Leerlingen worden niet meer gedrukt in het keurslijf van metaal, elektro of bouw.
Afhankelijk van de persoonlijke voorkeur kan een leerling kiezen uit een aantal kerndoelen, zodat een diploma behaald kan worden dat optimaal aansluit op de beroepswens. Hieronder ontstaat meer ruimte voor een creatievere- of een meer milieugerichte invulling van het vak Techniek.

Media Vormgeving en ICT (mvi): Deze opleiding houdt zich bezig met de nieuwe media. Veel aandacht hier voor onderwerpen als game design, netwerkbeheer en digitale beveiliging, 3D-vormgeving en applicatie-ontwikkeling.

Zorg & Welzijn (z&w): bij zorg zal de leerling kennismaken met het welzijn van kinderen en ouderen, uiterlijke verzorging, het ondersteunen bij sport- en bewegingsactiviteiten, het voorkomen van ongevallen en EHBO. Bij welzijn wordt aandacht besteed aan onderdelen als gastheerspecialisatie, het organiseren van evenementen, koken, catering, geüniformeerde dienstverlening, voeding en bewegen.

Wie kiest voor één van deze vakroutes, kiest voor een opleiding met heel veel beroepsgerichte praktijkuren. Al vanaf het eerste jaar krijgen leerlingen zes uur beroepsgerichte praktijkuren per week. In de eerste jaren van het Vakcollege krijgen leerlingen alle tijd om te ontdekken waar ze goed in zijn. Vanaf leerjaar 3 worden de relaties met de beroepspraktijk onderzocht door beroepsoriënterende activiteiten, bedrijfsbezoeken en – waar mogelijk- het oefenen van vaardigheden en het afronden van opdrachten in het bedrijf.

2.5 Kernteams

Onderwijskundig, dus los van de niveaus, is de school opgeknipt in een aantal z.g. kernteams. Kenmerkend voor deze teams is dat ze bestaan uit ongeveer 100 leerlingen en een vaste groep leraren. Deze groep leraren geeft het merendeel van de lessen aan deze leerlingen. Dit heeft tot gevolg dat zij de leerlingen goed kennen en in de meeste gevallen de leerlingen ook enkele jaren achtereen kunnen volgen. De groep leraren neemt als groep de verantwoordelijkheid voor deze leerlingen op zich waardoor de leerlingen een duidelijke consequente aanpak zullen ervaren. Deze constructie biedt ook extra mogelijkheden tot vakintegratie.

2.6 Taalbeleid

De beheersing van de Nederlandse taal is van wezenlijk belang voor het (school-)succes van leerlingen. Dat is dan ook de reden dat we in toenemende mate eisen gaan stellen aan de taallessen. Niet alleen door leerlingen te stimuleren om (meer) te lezen, maar ook door hen te wijzen op taal- en spelfouten (ook bij de andere vakken dan Nederlands), meer aandacht te besteden aan spelling tijdens de lessen Nederlands en hen te leren om een deel van de vraag te betrekken in het antwoord.
Daarnaast zijn er zogenaamde Taalposters worden opgehangen. Ook zullen lesoverstijgende taalversterkende activiteiten worden georganiseerd; óók voor de leraren!
Het doel is dat leerlingen minimaal op het referentieniveau 2F de school zullen verlaten.

Ga naar onderwerp